1 aprilgrappen en andere humor - kan je daar nog om lachen als je rouwt?
Wij hadden in tijden niet zo hard gelachen als toen.
Toen was op de dag dat mijn moeder naar de huisarts belde. Deed ze elke week. Herhaalrecept inspreken. Niets bijzonders dus. Maar er was iets anders dan anders: mama was warrig, ze voelde zich mistig, ze was er wel en toch ook niet, reageren op antwoorden kon ze niet goed, haar linkerarm verlamde. Op woorden komen was lastig. "Mama, waar ligt de bezem?" "Ligt in de … kom, hoe heet het… waar de fietsen… ach…" (en dan bedoelde ze de garage). Het waren stuk voor stuk tekenen van uitzaaiingen in de hersenen. Maar ondanks die symptomen belde mama. Ze belde, er werd opgenomen, ze probeerde haar medicijnen uit te spreken en het recept door te geven, maar ze kwam niet uit haar woorden! Ze stuntelde zo erg, dat ze uitbarstte in een gigantische niet te stoppen lachbui. En ja, het was komisch. Wij gierden mee. Snel drukte mama op het rode hoorntje. Ze belde opnieuw, bood haar excuses aan voor zojuist, barstte weer in lachen uit, en hinnikend kwam het er uiteindelijk uit. Diclofenac, 50 mg. Omeprazol, 40 mg. Oxycodon, 10 mg. Dexamethason, 4 mg. Dat moest ze hebben.
Humor kan spanning wegnemen. Hoe misplaatst het ook voelt. We schaterden die dag, en dat voelde heerlijk. Al te lang hadden we in een kramp geleefd. Ik lees het vaker in artikelen, dat mensen lachen om de ernst. Iemand bedacht zelfs het woord 'tumoristisch', in een poging luchtig met kanker om te gaan. Dit soort zelfspot wordt niet altijd begrepen. Is niet erg. Misschien komt het voor anderen ook weird over als je dubbel ligt in een ernstige situatie. Maar wij hadden het soms nodig. Het gaf lucht.
Tijdens de begrafenis knapte het hengsel van mijn tas. We stonden rond het open graf. Ik gniffelde.
"Zullen we een ladder achterlaten?" zei neefje Obed toen we pas naar mama's graf gingen. "Dan kan ze er zelf uitklimmen als Jezus haar wakker maakt." En we glimlachten.
De fles mayonaise spoot open - recht in het verbouwereerde gezicht van mijn vader - een paar dagen na een slechte uitslag. Mijn moeder was de eerste die begon te brullen van het lachen.
Nog steeds lachen we. Lach ik. Soms gemeend. Soms hard en koud, om mezelf te overstemmen. Soms als een boer met kiespijn. Maar ik lach. God, wat ben ik blij dat ik nog lachen kan.