DE JONGEN BIJ HET RAAM
Het stormt in de klas. Er is een gevecht gaande bij één van de tafels. Joeri en Lon zitten elkaar te besmeuren met glitterlijm. Hun hele gezicht en t-shirt zitten eronder. Met grote stappen been ik naar de kleuters toe. 'Wat is hier aan de hand?' Ik laat mijn stem een octaaf zakken. De twee staan boos tegenover elkaar. Een juf is er om ruzies op te lossen. 'Kom maar mee naar het aanrecht. Zo gaan we niet met lijm om. Maak elkaar maar schoon.' Daar staan ze, bij het aanrecht. Ze boenen elkaar driftig schoon. Ik geef ze nog één kans om te kijken of ze ook normaal met glitterlijm om kunnen gaan.
Ik draai me om. Saar loopt de hele tijd al achter me aan. Ze snapt het rekendoel niet. Net als ik haar helpen wil, hoor ik een schreeuw vanuit de andere hoek van het lokaal. Bas trekt aan Laila's haren. Ik laat Saar voor wat ze is en been naar hen toe. 'Stop!' roep ik. Maar Bas stopt niet. Hij grijnst naar mij en trekt nog harder aan Laila's haren. 'Ophouden Bas! Blijf van haar af.' Bas doet net alsof hij doof is. Pas als ik tot 3 tel, houdt hij op. Ik neem hem mee naar zijn stoel. 'Zitten. Met je armen over elkaar. Het is klaar nu.' Nu moet ik Layla troosten en Saar gaan helpen. Checken of de ruziemakende jongens niet alweer met kwasten aan het klieren zijn en voorkomen dat er nog meer ruzies uitbreken. En ik moet ook niet vergeten aandacht te geven aan het nieuwe jongetje dat vandaag voor de tweede keer komt kijken. En aan het meisje uit het crisis pleeggezin. En aan de andere 20 kinderen.
Dan spits ik mijn oren. Zit er nou iemand te zingen? Het komt bij het raam vandaan. Daar zit Roy rustig aan zijn tafel te verven. Ik had hem nog niet eens opgemerkt. Zijn stem klinkt boven alles uit. Hij zingt van een storm. En van niet bang zijn. Van je hand leggen in een Andere hand. Dat dan wel alles goed komt. Eenvoudige woorden, toch raken ze me. Het stormt in de klas. Roy lijkt er geen last van te hebben. Hij lijkt een geheim van vrede mee te dragen in zijn hart. Er gebeurt iets bijzonders. Zijn lied wordt overgenomen door andere kinderen. En langzaam verspreidt vrede zich door het lokaal. Ik kijk omhoog, krijg tranen in mijn ogen. Dan zing ik ook maar zachtjes mee. Weet je, soms ben ik niet de juf. Soms ben ik gewoon een kind dat leren moet.
De gebruikte namen zijn om privacyredenen gefingeerd
