Een stukje Jezus
Ik zit in de kerk. Natuurlijk zit ik in de kerk. Want zondag is bij ons niet alleen de dag waarop mijn vader m&m's tevoorschijn tovert, waarop er 's avonds vaak een bandje van een Urker mannenkoor gedraaid wordt en waarop mijn zussen over de vloer komen - zondag is ook de dag van twee keer naar de kerk. Dus, zoals altijd, zit ik daar. Toch is er iets veranderd. Ik schreef er eerder over. Geen concentratie. De moeheid. En no feeling bij de preek. Sorry. Kan het mooier maken maar ik doe dat niet. Ergens onder de collecte gebeurt het. Ik zit net voor me uit te staren - sponzig - zoals ik weleens vaker voor me uit staar de laatste tijd. Alsof ik nog steeds half verdwaasd leef. Alsof ik nog niet helemaal kan meedoen aan het voortkabbelende leven. En daar zit ze. De mevrouw zit ergens voor me en ze kijkt om. Ze kijkt me recht aan en knikt. Rustig. Kort. Kort maar duidelijk. En daar, ineens, tranen. Het lijkt alsof ik het lees in de blik van de mevrouw: 'Ik zie je wel.' Het lijkt ook alsof ze me begreep. Misschien komt het omdat ik weet dat ze erge dingen in haar leven meemaakt. Misschien komt het door haar oprechte ogen. Of het heeft een andere reden: omdat het meisje diep in mij, dat oude meisje dat in me ligt begraven en dat vroeger die mevrouw al kende, even door haar werd aangeroerd. In elk geval: een golf van emotie overspoelt me daar in de kerk. Ik verman me. Maar gek. Ik voel me wat minder verloren dan daarvoor. Die vrouw - er was iets met haar gebeurd zonder dat ze dat zelf doorhad. Ze was een stukje Jezus voor me geworden.