Jarig
"Ik wil niet jarig zijn!" Schreeuw ik op de vooravond van mijn verjaardag. Soms weet je pas hoe je je voelt als er woorden uit je mond floepen die je van tevoren niet bedacht had. Ik heb twee weken op mijn tenen gelopen. Alsof ik een berg naderde die niet te ontweken viel maar die ik wel beklimmen moest: mijn verjaardag. Nu barst de bom. "Ik wil niet jarig zijn! " Mijn vader is grieperig. Ideaal: kan ik mijn verjaardag misschien toch afzeggen? Maar dat vinden andere aanwezigen in huis geen goed idee. "Ik wil niet jarig zijn! " Ik schreeuw het nu voor de derde keer, achter elkaar, en ik blijf schreeuwen. Maar geen schreeuw, geen huiluitbarsting, zou kunnen verwoorden hoe mijn hoofd voelt. Ik WIL NIET jarig zijn. Ik WIL NIET 22 jaar worden. Ik WIL NIET ouder worden. Ik hoop dat ik 's nachts sterf of iets dergelijks (ja, héél dramatisch). Maar de volgende morgen geeft God mij toch een extra dag. Ik word wakker en draai mezelf zuchtend om, mezelf afvragend of ik deze dag niet gewoon in bed kan doorbrengen.
Hoe mijn verjaardag uiteindelijk was?
Ik heb als een baby gehuild bij mama's graf. Miste haar verjaardagskusje. Miste haar heen en weer gewieg. En verder heb ik me groot gehouden. Bertran kwam. Hij verraste me met een lief cadeau en mijn schoonouders kwamen en mijn broer en zussen en tante en daarom doste ik mezelf op. Ik droeg de lievelingsjurk van Bertran en mijn eigen lievelingsmake-up. Ik kreeg mooie boeken en mijn tante had eten geregeld (heel lief) en appeltaart gebakken (ik herhaal: heel lief). 's Avonds liepen Bertran en ik een rondje en ik hou van hem, hou echt heel veel van hem, en hij tilde mij op.
Maar verder was dit de vreselijkste verjaardag uit mijn hele leven. Want mama was er niet. En hoe dat voelt, zo'n eerste moederloze verjaardag, dat kan ik geeneens hier op papier onder woorden brengen.