KARLOS

01-11-2019

Hij woont in mijn koffer en ik neem hem heel graag mee. Want met hem durf ik alles aan. Vanmorgen mag hij mee naar school. Het gaat als een lopend vuurtje rond dat er een gast is meegekomen. Collega's komen kijken in de klas en schudden hem de hand. Hij lacht, zegt dat hij Karlos heet. Het klinkt nog wat onwennig. Al snel komen de kinderen binnen. Zingend, dansend, springend. De juf doet een verwoede poging om hen stil te krijgen. Er is één meisje dat niet blij kijkt. Stil is ze, op zichzelf. Oogcontact ontwijkt ze altijd. Ik vind het moeilijk om contact met haar te maken.

Dan is het mijn beurt. Trillende benen, trillende handen. Er zit een brok in mijn keel. Een paar meiden hebben zich verzameld rond de tafel van een jongen. 'Heb jij haar écht gekust?' Het jongetje knikt. Een grote lach verschijnt op zijn gezicht. 'Iel!' gillen de meiden. Verderop zit een groepje jongens hun knikkers te showen aan elkaar. Eén van hen klimt op zijn stoel. Hij roept dat hij bij voorbaat al geen zin heeft in mijn les. Het arme meisje doet haar handen voor de oren. Ze kijkt naar haar tafelblad. Ik kan wel janken. Hoe krijg ik ooit de aandacht van de klas? Moet ik boven de chaos uit gaan schreeuwen? Een boos gezicht trekken en op de tafel slaan?

'Karlos', schiet er dan plotseling door mijn hoofd. 'Karlos is je redding. Met hem durf je toch alles aan? Dit vast ook.' Dus ik loop naar de koffer en klop er zachtjes op. 'Hallo? Is daar iemand?' Het wonderlijke gebeurt. Stemmen verstommen, ogen kijken nieuwsgierig mijn kant op. Zelfs het jongetje dat op zijn stoel staat, kijkt mij met grote ogen aan. De stilte hangt afwachtend in de lucht. Als ik echt alle aandacht heb, rits ik de koffer open en schud Karlos wakker. Hij wrijft zijn ogen uit. 'Waar ben ik?' vraagt hij. Ik vertel hem waar we zijn en dat we samen rekenen gaan. Ik vraag voorzichtig of hij dat wel wil. Wat verlegen zegt hij ja.

Er komt iemand naast me staan. Het is het stille meisje. Ze buigt zich voorover en fluistert iets in Karlos' oor. Ik hoor wat ze zegt. 'Zal ik je helpen? Ik weet hoe eng het is om in een nieuwe klas te zijn.' Ze pakt zijn hand vast. En laat die niet meer los. Als de les voorbij is, kijkt ze mij plotseling aan, dat meisje. En ze giechelt zacht. En ze vraagt me of hij toch alsjeblieft niet vaker komen kan.

De volgende week loop ik met Karlos op het station. En hij zit naast me in de trein. Ik kijk naar hem. Karlos is maar een praatpop. En ik besef me dat het best gek is dat je zo'n pop zomaar tot leven wekken kan. Dat je de aandacht er mee trekt. En dat je kinderen ermee kan opvrolijken. Dat een gesloten hart dan zomaar openbreekt.


© 2019 Verhalenbreister Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin