Nieuw woonadres
Elke week ga ik nog naar mama's graf. Ik vind het heel gek om bij het graf te zwijgen. Alsof ik bij mijn moeder op bezoek ga maar niets tegen haar zeg. Zo voelt het. Daarom praat ik soms hardop op de begraafplaats. "Hallo mam, daar ben ik weer." "Zo, even de bloemetjes verversen." "Pff, wat een weertje he!" "Het was zo leuk op school, mam!" Mag dat? Ik weet het niet. Over zulke dingen dacht ik vroeger heel simpel na. Heel ongevoelig eigenlijk. Terwijl dat praten op een natuurlijke en onschuldige manier gewoon gebeurt. Er zijn meer dingen waar ik anders over nadenk dan ik vroeger deed. Ik vind het opeens naar dat de begraafplaats niet overkapt is, bijvoorbeeld. Nu het herfst is, nu de dagen druilerig zijn en de regen veelvuldig uit de hemel stroomt, kan ik soms overvallen worden door een medelijdend gevoel van: "Daar ligt ze dan nu. Onder de koude, koude regen."
Trouwens, er ligt nu iemand naast mama begraven. Ik heb de naam van mama's nieuwe "buurvrouw" onthouden en thuis hebben we haar rouwadvertentie opgezocht. We lazen dat ze ook christen was. We hebben zelfs eventjes de rouwdienst aangezet van mama's buurvrouw. Ik vind het gek om te bedenken dat ze samen naast elkaar in de grond liggen. En dat mama, op de dag van Jezus' wederkomst, deze mevrouw als eerste tegenkomt als de graven openbreken. "Geurie is verhuisd", schreef iemand op een kaart. Best wel een mooie uitdrukking vind ik. Mama's ziel is verhuisd naar de hemel. Maar haar armen en benen, haar hoofd met de krullen, die zijn verhuisd naar een nieuw adres onder de grond. Een nieuw woonadres, waar het koud is en regenachtig, waar er niet meer tegen je gesproken mag worden maar waar soms toch een stem gehoord wordt - en waar het dankzij de nieuwe buurvrouw niet meer zo heel alleen is, gelukkig.