NOEM ONZE NAMEN

Noem onze namen, schreeuwen de ogen.
Maar ik ken jullie niet, fluister ik terug.
Zeg me wie zijn jullie?

Wij-
Wij zijn in de golven
Van de donkere zee

Vraag het de meeuwen
Zij vlogen mee
Zij roken de angst
Zij voelden ons trillen
Zij hoorden ons gillen en huilen en bidden

Zij hebben gezien
Hoe we daar zijn gezonken
Zij hebben gekrijst
Toen we daar zijn verdronken

Wij wensen te leven
Wij wensen te heten
Wij wensen om ergens voort te bestaan

Dus noem onze namen, schreeuwen de ogen.
Ik zal ze schrijven, fluister ik terug.

(Ahmad, Basim, Emir, Kader, Hiba, Laila, Mohamed, Nazrim, Sarina, Yasin, Warda, Zayd: voor jullie.)