Rouwgedicht #4

14-08-2024

Mama werd op een woensdag begraven. Ik ben nog nooit in mijn leven zo zenuwachtig geweest als op die dag. Bij elke stap die ons dichter naar het gat in de grond bracht, werden mijn benen weker. Het was warm. En druk. De rij achter de baar bestond uit honderden mensen.

Eén van die mensen vroeg een paar weken na de begrafenis aan mijn zus of ik soms een kalmeringstablet had ingenomen tijdens de begrafenis? Omdat ik zo zen leek. Dat ik in een waas daar stond en liep moet ik beamen. Maar nee meneer, het was geen kalmeringstablet. Het was de shock. 

Op de liturgie van de rouwdienst stond een gedicht van mij afgedrukt. Het was één van de gedichten die ik in de eerste rouwweek schreef:


Waar is ze nou gebleven, mijn allerliefste mam?

Ze heeft haar laatste adem uitgeblazen

Ik sta stil bij het bed- verlamd

Wordt ze op dit moment in Jezus' armen thuis gedragen?


Waar is ze nou gebleven, mijn allerliefste mam?

Ze is de laatste tijd zo broos geworden

Haar lichaam brokkelde heel langzaam af

Ze was als gras aan het verdorren


Mijn lieve mam, waar is ze nu gebleven?

Wie kan me sussen zoals zij dat deed?

Wie zal me leren om weer door te leven?

Ik wil niet dat ik haar vergeet


Maar ik weet ook: verdwijnen zal mijn moeder niet

Ze is nu in de hemel, en daar zijn geen tranen

Ze wordt door Jezus daar bemind

Op mij heeft ze haar vingerafdruk nagelaten


Ik denk aan de psalmen waar mama zo van heeft gehouden

Ik weet dat God me nooit verlaat

Want mama leerde: wie op Hem vertrouwen

Die worden niet beschaamd gemaakt

 

© 2019 Verhalenbreister Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin