THEATERSCHOOL
"Hee troela! Ik heb het tegen jou!" Ik draai me om. Mijn handen trillen. Hij is gekomen. Zijn lijf komt steeds dichterbij. "Ik... ik wil dit niet! Ga weg!" Stamel ik zacht. "Zeker niet!' roept hij. 'Ik zal jou es een lesje leren!" Ik zie de boosheid in zijn ogen branden. Zijn stem klinkt donker, luid, traag. Ik twijfel geen moment maar draai me om. Weg moet ik hier, weg!
•••
Een paar uur daarvoor loop ik gehaast door de lege gangen van de Theaterschool, op zoek naar lokaal 113. Ik ben te laat. Spanning gonst door mijn lijf. Kan ik nog terug? Nee. Nu ben ik er eenmaal. Nu ga ik er ook voor. Maar ik moet snel zijn, want ik ben nogmaals... juist ja.
Gelukkig, niemand is boos als ik mijn hoofd te laat om het hoekje van het lokaal steek. We starten met een voorstelrondje. Een zekere Heaven zit in de groep. Mattie. Anniek. En nog een heleboel namen die ik zo vergeet.
Dan mogen we dan echt de vloer op, zoals ze dat noemen. Even knijp ik mezelf in mijn wangen. Doe ik dit nu echt? Yes! Na een hoop leren over emoties ombuigen (van keikwaad ineens naar een lachbui zeg maar) en personages scheppen heb ik de smaak aardig te pakken. Zo goed, dat ik mezelf bijna verlies in de scenes die ik speel.
Dit keer staat Mattie tegenover me- of eigenlijk een enge griezel die me terorriseert.
•••
Voorzichtig spiek ik achterom. Een jammerkreet ontsnapt uit mijn keel. Nee! Hij komt me achterna. Het zweet staat op mijn voorhoofd. Mijn lichaam wil rennen, maar het voelt alsof er een blok aan mijn been zit. Dus sleep ik mezelf voort, straat in, straat uit, terwijl ik in mijn nek zijn adem voel. Opeens struikel ik. Mijn been klapt op de harde vloer. Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wacht op zijn gemene lach en op...
"Okee, even tot hier!"
Dat is de stem van Jente, de aardigste Theaterdocent die ik tot nu toe heb ontmoet. Ik knipper even met mijn ogen en schakel naar de werkelijkheid. Twaalf paar ogen kijken me aan. Daar moet ik echt nog aan wennen zeg, al die blikken. Brrrr... het liefst duik ik nu achter een groot gordijn. Maar Mattie steekt zijn hand al naar me uit, helpt me overeind en neemt mijn verlegenheid van me af.
"Ging goed he", grijnst hij naar me me. "Tjoh, van zo'n scène krijg je het nog es benauwd.' Ik grijns terug. En fladder bijna terug naar mijn stoel, zo vrij voel ik me.
