Update
Mijn lio is klaar. Het was echt een mooie tijd! Toen ik lesgaf voelde ik mijn moeder heel dichtbij. Ik gebruikte haar ideeën, haar liedbundels, haar lessen. Even dacht ik zelfs sterk te zijn geworden door die lio. Ik dacht lekker in een opwaartse flow te zitten, maar ik val nu toch in een gat. Want tja, weg is alle gevormde structuur om me heen. Weg zijn de kinderen die mijn dagen opfleurden. Ineens lukt het me niet meer om in slaap te vallen. En slaap ik toch, dan droom ik en word ik met een vol hoofd wakker. Ineens is daar de frustratie omdat ik jaren heb meegehobbeld op het ritme van het leven en er achter kom dat ik eigenlijk nog steeds niet sneller kan dan het ritme van de dood. Ineens zie ik de rommel in de keukenkastjes, de stof op de lampen, de post die ik al die tijd maar op een hoop gooide. Komt wel, dacht ik. Moet er nu dan maar van komen. Dus ik schuif tijdelijk de andere "rest" (lees: mijn scriptie) op een uitstelhoop. Dat is de klap die later komt, zegt men dan. Maar dat is niet waar. De klap kwam in de zomer. En ik verdoofde, ik stond op, dwaalde rond, mijn handen vonden werk om te doen. Nu pas zie ik de puinhoop. Tussen het puin vind ik stukjes van mij zoals je soms wimpers van jezelf vindt - onbewust en overal. Ik besef dat verlies mij zwakker heeft gemaakt. Zwakker en kwetsbaarder voor elk nieuw verlies.
Kortom:
Er is niet veel veranderd. Er zijn meer dan 200 dagen, meer dan 7 maanden, voorbijgegaan sinds de dag dat ik mijn moeder verloor en ik denk elk uur nog aan haar. Haar dood heeft iets uit mijn leven gestolen. Iets als lichtvoetigheid. Iets als jeugd. Soms gaat het weken goed. Maar dan gaat het weer slechter voor een poos. Ik krabbel op. Maar ik val altijd, altijd terug.