IK HAAT DE ZEE

11-02-2022

Ik haat de zee, zeg je

En dromen durf ik niet

Want dan hoor ik de bommen weer

En proef ik het verdriet

Voel ik de doodsangst, hoor ik het gegil

Ik wil

Vergeten hoe het was

Vergeten wat ik had

We schreeuwden om een wonder

Maar alles bleef zo kil

Zo donker

De hemel hield zich stil

De zee haat ik nog steeds, zeg je,

Ze zinken er

Verdrinken en

Vergaan

Ik kijk je aan

Ik lees het in je ogen

Jij bent kapotgeschoten

Mijn hart breekt

Breekt voor je open

---------

Ze zei het op een zonnige clubmorgen in de zomer. "Het is mooi weer Joef." Ik knikte. "Ga je nog iets leuks doen in de vakantie?" Vroeg ik. "Misschien ga ik logeren", zei ze. "Mijn vriendin woont in Scheveningen." "Leuk, dan kan je naar de zee", antwoordde ik lachend. Als door de bliksem getroffen, keek ze me aan. Haar ogen vlamden ineens. "Ik haat de zee", zei ze. Toen draaide ze zich om en was het gesprek over.

Later hoorde ik dat de boot waarin ze zat, propvol gezeten had. Dat zij bijna overboord was gevallen. En dat haar vader toen uit pure paniek zijn schoen uit had gedaan en de schoenveters om haar heen gebonden had. Zo, bungelend aan een schoenveter tussen wal en schip, was ze gespaard gebleven.

Ik haat de zee, ik hoor het haar nog zeggen. Ik weet niet hoe het nu met haar gaat. Of waar ze nu woont. Maar ik hoop stiekem dat ze ver weg van de golven een thuis gevonden heeft.

© 2019 Verhalenbreister Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin